Blog MuzIC Rosanne Alderliefste #2
d.d. 22 maart 2019
d.d. 22 maart 2019
Twee weken met een pasgeboren baby. Dat betekent al twee weken gebroken nachten, maar ook een roze wolk. Genoeg energie en liefde om te gaan zingen voor patiënten op de intensive care. “Je doet me denken aan een moeder die haar kind in slaap zingt.” zei één van de IC-verpleegkundige immers tijdens de eerste MuzIC-training. Hopelijk kan ik die rust vandaag ook weer overbrengen, denk ik, terwijl ik met de nieuwe gitaar van mijn vriendin de trein instap.
Bij het Spaarne Gasthuis in Hoofddorp ontmoet ik Maria, getalenteerd violiste en medeoprichter van MuzIC. Samen lopen we het ziekenhuis binnen en zien meteen de grote vleugel staan. “Daar komen we zo nog wel even voor terug.” knipoogt Maria mij.
We worden ontvangen door een IC-verpleegkundige. De intensive care van Hoofddorp is anders dan die van het ziekenhuis waar ik de laatste keer was: in plaats van aparte dichte kamers liggen de patiënten hier gezamenlijk op één zaal. Terwijl de verpleegkunde de patiënten vraagt of zij het fijn vinden als ik wat speel, bedenk ik me alvast hoe ik mij door deze ruimte zal gaan bewegen. Als blijkt dat eigenlijk geen van de drie patiënten behoefte heeft aan muzikale afleiding, vinden de verpleegkundigen dat toch wel een beetje jammer. Zij hadden zich ook wel op wat muziek verheugd. Vanwege de open zaal kan ik helaas niets spelen zonder de patiënten te storen, maar ik beloof in ieder geval wat in de hal te spelen.
Eenmaal daar loop ik ietwat zenuwachtig naar de piano toe. Mag ik hier eigenlijk wel zomaar muziek maken? ‘Bespeel mij!’ staat er met grote letters op een bordje, vervolgt door ‘alleen als u het kunt!’. Oh, the pressure. Ik zet mijn favoriet Padam Padam van Edith Piafin in en zie hoe Maria met haar telefoon begint te filmen. Ik merk dat ik dit spannender vind dan spelen op de IC. Zitten de mensen hier wel op te wachten? Misschien hebben ze wel een hekel aan Frans? Ik probeer snel de reacties te peilen, zoals ik ook op de IC doe. Mensen kijken aandachtig, stoppen om even te luisteren en ik krijg zelfs een applaus. ‘The power of music’ klinkt als een cliché, maar het werkt echt
Na dit tussendoortje springen we snel de bus in naar het Spaarne Gasthuis in Haarlem. Ook daar worden we warm ontvangen: hier zijn wel een aantal patiënten die graag wat livemuziek willen horen. Net zoals de vorige keer valt het me op hoe iedere patiënt weer anders is. Bij de eerste patiënt zingt de familie mee met klassiekers, zoals ‘Laat Me’ van Ramses Shaffy. Een andere jonge patiënt pakt de hand van zijn net zo’n jonge vrouw stevig vast, terwijl de tranen over haar wangen lopen. Weer een andere patiënt is heel helder en geeft mij zelfs muziekadvies: ik beloof hem thuis alles op te zoeken. Een oudere vrouw vraagt voor haar man een nummer aan dat ik niet ken. “Ik ken wel een ander heel mooi liedje waarin een man vertelt hoeveel hij van zijn vrouw houdt?” Die kennen ze ook en ik zie aan de monitor dat de patiënt geëmotioneerd raakt.
Maria en ik sluiten de middag af met een biertje op een Haarlems terras. We praten na over hoe ik het vond en ze geeft me nog wat tips voor de volgende keer. Meezingers en bekende nummers vinden de patiënten meestal fijn, dus misschien moet ik toch overwegen mijn repertoire uit te breiden met nummers van André Hazes. Eenmaal thuis vind ik een rustig slapende baby. Gelukkig nog geen weet van groot verdriet, maar wel van mooie muziek. Wat zal ik voor hem zingen als hij straks wakker wordt?